behept bijv.naamw. Uitspraak: [ bə'hɛpt ] Afbreekpatroon: be·hept behept zijn met ((een kwaal of vervelende eigenschap) hebben) 'Ze is behept met allerlei rare ziekten..' 4 definities Gevonden op https://www.woorden.org/woord/behept
1) In bezit van 2) In het bezit van 3) Lastige gewoonte 4) Lijden aan een lastige gewoonte 5) Lijdend aan 6) Lijdend aan een lastige gewoonte 7) Lijdend aan een vaste gewoonte 8) Lijdend aan een zedelijk gebrek 9) Lijdende aan een lastige gewoonte 10) Lijdende aan een ongemak 11) Lijdende aan een vaste gewoonte Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Behept/1
Spreekwoorden: (1914) Behept zijn met iets, d.w.z. aan een zedelijk gebrek lijden; 17<sup>de<-sup> eeuw ook: aan een kwaal, een ziekte lijdende zijn, waarnaast ook behipt met (of in) iets zijn voorkwam in den zin van: ergens in betrokken zijn. Men houdt behept (dat voor ons taalgevoel verwant is met hebben, va... Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10778