1.beknabbelen (Te) Voorbeeld: ‘Gorie merkte dat Landuyt iets beknuffelde tussen zijn tanden’ 2.liefkozend duwen en drukken, lekker pakken, betasten Voorbeeld: ‘In de gewone omgang van het huiselijk leven was weekhartigheid of vertedering onbekend - we werden nooit beknuffeld of vertroeteld’