
1.bespreken Voorbeeld: ‘Alzo, af en toe, door heel 't verloop van de zomer, kwamen Martje en Sander over en weder bij elkaar en bekoutten 't geen hen belangde’ 2.bepraten, iemand tot iets overhalen Voorbeeld: ‘Piere bekoutte de boeren tot ze eindelijk gloeiende kwaad werden en allen beloofden mede te gaan om de booswicht te vangen
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0005.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.