bekrompen bijv.naamw. Uitspraak: [ bəˈkrɔmpə(n) ] Afbreekpatroon: be·krom·pen beperkt in je opvattingen Voorbeelden: 'bekrompen ideeën hebben over homoseksualiteit' , 'bekrompen redeneren' , 'bekrompen mensen' Antoniem: ruimdenkend Synoniemen: : kleingeestig, provinciaals Synoniemen: armetierig benauwd benepen beperkt beperkt van gee...
1) Armelijk 2) Armetierig 3) Armhartig 4) Beknopt 5) Benauwd 6) Benauwend 7) Benepen 8) Beperkt 9) Benauwd van geest 10) Bleek 11) Burgerlijk 12) Doctrinair 13) Dom 14) Duf 15) Eenzijdig 16) Eng 17) Enggeestig 18) Enghartig 19) Geborneerd 20) Halsstarrig 21) Huisbakken 22) Illiberaal 23) Karig 24) Keutelachtig 1) Armelijk 2) Armhartig 3) Bedompt 4) Begrensd 5) Benauwd 6) Benauwend 7) Benepen 8) Beperkt 9) Bourgeois 10) Burgerlijk 11) Dom 12) Eenzijdig 13) Eng 14) Enggeestig 15) Enghartig 16) Engheid 17) Geborneerd 18) Halsstarrig 19) Huisbakken 20) Karig 21) Keutelig 22) Kinderachtig 23) Klef 24) Kleinburgerlijk 
kortzichtig; niet ruim (toon de herkomst via de etymologiebank)
zonder begrip voor anderen vb: hij mag niks, zijn ouders zijn zo bekrompen! Synoniemen: kortzichtig kleinzielig beperkt benepen
•te simpel van opvatting.
niet ruim
niet ruim