I beschenken werkw. Afbreekpatroon: be·schen·ken Verbuigingen: beschonk Vervoegingen: beschonken (volt.deelw.) 1) ''iemand beschenken met'': aan iemand een schenking doen toekomen Voorbeeld: 'Keizer Alexander I van Rusland beschonk hem met het grootkruis van St. Andries' 2) enz. 3) tweede betekenisomsch... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/beschenken
iemand voorzien van drank, te drinken geven, een rondje geven - Voorbeeld: ‘De boer die met een woord of gebaar alzo hoop op zekerheid kreeg nopens een eremetaal of een eerste prijs, werd opgewonden en welgezind. Zulk een vooruitzicht was voldoende om drinkgeld te geven en alleman te beschenken’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0005.php