[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] steenachtige afscheiding in de maag van sommige diersoorten, aan welke voorwerpen vroeger een wonderbare geneeskracht werd toegeschreven, waarom sommigen in goud gevat bewaard werden. Men had Oostersche en Westersche besoars. Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0006.php