I beuken bijv.naamw. Uitspraak: [ ˈbøkə(n) ] Afbreekpatroon: beu·ken van beukenhout gemaakt of uit beukenhout bestaand Voorbeeld: 'een beuken tafel in de keuken' II beuken werkw. Uitspraak: [ ˈbøkə(n) ] Afbreekpatroon: beu·ken Vervoegingen: beukte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gebeukt (volt.deelw.) hard stoten Voor... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/beuken