bewerkstelligen werkw. Uitspraak: [ bəˈwɛrkstɛləxə(n) ] Afbreekpatroon: be·werk·stel·li·gen Vervoegingen: bewerkstelligde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft bewerkstelligd (volt.deelw.) zorgen dat iets gebeurt Voorbeelden: 'De raadsfractie heeft bewerkstelligd dat die nieuwe weg er komt.' , 'een oplossing van een probleem bew...
1) Bedingen 2) Bewerken 3) Doen 4) Doorvoeren 5) Effectueren 6) Fixen 7) Klaarspelen 8) Lappen 9) Maken 10) Realiseren 11) Teweegbrengen 12) Uitkienen 13) Uitvoeren 14) Veroorzaken 15) Verwerkelijken 16) Verwezenlijken 17) Volbrengen 18) Wrochten 1) Bedingen 2) Doorvoeren 3) Klaarspelen 4) Lappen 5) Manoeuvreren 6) Realiseren 7) Realistisch 8) Teweegbrengen 9) Tot stand brengen 10) Uitkienen 11) Uitwerken 12) Valoriseren 13) Veroorzaken 14) Verwerkelijken 15) Verwezenlijken 16) Volbrengen 17) Voor elkaar krijgen 
teweegbrengen (toon de herkomst via de etymologiebank)
ervoor zorgen dat het gebeurt vb: hij heeft bewerkstelligd dat er een slagboom komt
uitvoeren
uitvoeren
Zorgen dat iets gebeurt - iets tot stand brengen.