de stumper zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈstʏmpər ] Afbreekpatroon: stum·per Verbuigingen: stumpers (meerv.) zielig persoon met wie je medelijden hebt Voorbeeld: 'Zie je niet dat die arme stumper het koud heeft?' Synoniem: stakker Synoniemen: arme jongen dromm drommel klungel klungelaar kruk stakker stoethasp sukkel zielenpiet 2 defin... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/stumper
Let op: Spelling van 1858 iemand, die zijn werk verbroddelt, omdat het hem aan de noodige bekwaamheid hapert; een hals, sukkelaar Gevonden op http://www.dbnl.org/tekst/weil004kuns01_01/