de bigamie zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ bixa'mi ] Afbreekpatroon: bi·ga·mie als een man tegelijkertijd met twee vrouwen getrouwd is Voorbeelden: 'bigamie plegen' , 'bigamie is bij ons verboden' 
1) Dubbel huwelijk 2) Relatievorm 3) Dubbele echt 4) Tweede echt 5) Misdrijf 6) Tegelijkertijd met 2 partners gehuwd zijn 7) Het gelijktijdig gehuwd zijn met twee personen 
het gehuwd zijn van een man of een vrouw met twee partners tegelijk; dubbele echt; dubbel huwelijk
'Bigamie' (Grieks: 'bi' = twee, 'gamos' = huwelijk) is het tegelijkertijd met twee partners gehuwd zijn. Dit is in Nederland, België en veel andere landen bij wet verboden.
dubbel huwelijk
Let op: Spelling van 1858 Gr., dubbele echt, wanneer de man twee vrouwen, of de vrouw twee mannen heeft; tweewijverij
Het opzettelijk aangaan van een dubbel huwelijk. Strafbaar voor de reeds gehuwde partij en ook voor de partij die met de reeds gehuwde partij in het huwelijk treedt, wanneer kan worden aangetoond dat deze wist dat het eerder gesloten huwelijk niet ontbonden was.
dubbel huwelijk (toon de herkomst via de etymologiebank)
strafrecht: misdrijf tegen de burgerlijke staat door opzettelijk meer dan één keer te huwen. Max straf: vier jaren of een ...