
1.wat behoort tot, wat deel uitmaakt van, onderdeel Voorbeeld: ‘
Vannacht was ze (= de sneeuw) gekomen, zo onverwacht, een verrassing - de voorbode echter en 't onmisbaar versiersel, de nodige bijveerde van Kerstdag’ Voorbeeld: ‘
De mensen die hier, met hun kleine belangen en begeerten, te peuteren staan om, met hun ijdele poging, da...Gevonden op
https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0005.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.