de bio-industrie zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ 'bijoɪndʏstri ] Afbreekpatroon: bio-in·dus·trie grootschalige productie van voedingsmiddelen in de veeteelt Voorbeelden: 'In de bio-industrie worden enorme aantallen dieren op kleine oppervlakten gehouden.' , 'intensieve veehouderij is een vorm van bio-industrie' , 'De bio-industrie leidt...
1) Gemechaniseerde fokkerij 
Intensieve veehouderij, waarbij op een bijna industriële wijze dierlijk voedsel wordt geproduceerd.
gemechaniseerde fokkerij (toon de herkomst via de etymologiebank)
geheel van economische activiteiten waarbij grootschalig en zo bedrijfsmatig mogelijk dieren worden gehouden voor de productie van vlees, melk en eieren enz., onder meer door veel dieren te concentreren binnen een kleine leefruimte en processen vergaand te mechaniseren en te automatiseren; deelgebied in de dierhouderij met als activiteit de product...
gemechaniseerde fokkerij
[geografie en demografie] Intensieve veehouderij met bedrijfsvoering op industriële wijze.
Vorm van landbouw waar op een zeer klein oppervlak op intensieve wijze veeteelt wordt bedreven Voorbeelden zijn: kippenfokkerijen, legbatterijen, varkensfokkerijen.
Intensieve veehouderij, waarbij op een bijna industriële wijze dierlijk voedsel wordt geproduceerd.
niet-grondgebonden vorm van landbouw waarbij op een zeer klein oppervlak veel beesten worden gehouden
Intensieve veehouderij, b.v. kippen op een legbatterij..
het massaal (industrieel) houden van vee onder fabriek-achtige omstandigheden zonder rekening te houden met de natuurlijke ethologische behoeften van de individuele dieren
Intensieve veehouderij waarbij het dier een 'machine' is die in de 'fabriek' (= de stal) moet 'werken' aan een zo hoog mogelijke productie.