de blower zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: blo·wer Verbuigingen: blowers (meerv.) Verbuigingen: blowertje (verkleinwoord) 1) iemand die (regelmatig) een joint rookt 2) blaasapparaat bijv. om overtollige bladeren weg te vegen . 4 definities...
1) Bladblazer 2) Centrifugaalpomp 3) Drugsverslaafde 4) Hasjroker 5) Iemand die marihuana rookt 6) Roker marihuana 7) Ventilator 1) Roker 
•iemand die (regelmatig) een joint rookt. •blaasapparaat om overtollige bladeren weg te vegen.
Def.: toestel om grote hoeveelheden gassen te verplaatsen
1> niet geheel juiste benaming voor de gehele turbo op dieselmotoren. 2> het gedeelte van de turbo dat de voor de verbranding benodigde lucht pompt (onder druk brengt). Eigenlijk compressor geheten. 3> in het geval van tweetaktmotoren: de spoelpomp. 4> zeer krachtige electrische ventilator, meestal in gebruik voor machinekamer ventilatie.