de boffer zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: bof·fer Verbuigingen: boffers (meerv.) 1) iemand wie alles meezit, een bofkont 2) een toevallig gelukje, een bof . Synoniemen: bof bofkont gelukskind geluksvog geluksvogel goudvink 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/boffer