de bokking zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: bok·king Verbuigingen: bokkingen (meerv.) Verbuigingen: bokkinkje (verkleinwoord) een gerookte en gezouten haring Voorbeeld: 'Ik vind een bokking op z'n tijd heerlijk.' . Spreekwoorden en zegswijzen • iemand een bokking geven (=iemand een standje geven) • een ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/bokking