de bolderik zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: bol·de·rik Verbuigingen: bolderiken (meerv.) een plant uit de anjerfamilie Voorbeeld: 'Vroeger raakte bolderik soms meegemalen in het meel van de oogst en gaf dat vergiftigingsverschijnselen.' . 4 definities...
1) Akkerkruid 2) Akkervlam 3) Anjerachtige plant 4) Brileend 5) Christusogen 6) Giftig zeldzaam akkerkruid 7) Giftige plant 8) Keukenkruid 9) Korenroos 10) Muurachtige plant 11) Nagelbloem 12) Onkruid 13) Plant 14) Prikneus 15) Robol 16) Roggebloem 17) Steekneus 18) Veldroos 1) Robol 
volksnaam of oude naam voor avondkoekoeksbloem (toon de herkomst via de etymologiebank)
(Agrostemma githago) -Bolderik - RH. 0015 -Rode Lijst 1- Volledige wetenschappelijke naam: Agrostemma githago L. Diagnostische kenmerken: Plant zwak behaard tot viltig. Bladen lijnvormig, spits. Bloemen lang gesteeld, alleenstaand. Kelk leerachtig, ruw behaard, meestal langer
Agrostemma, bolderik • larve mineert niet alleen in de bladschijf, maar ook in bladsteel en stengel; deze ten dele uitgehold en doorschijnend: Delia echinata 
Agrostemma githago, rose, 40 cm. Kiemt makkelijk.