de boompieper zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: boompiepers (meerv.) Verbuigingen: boompiepertje (verkleinwoord) (''Anthus trivialis'') een vogelsoort die inheems is vrijwel geheel europa uit de familie Voorbeeld: 'Zag je die boompieper overvliegen?' . 6 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/boompieper
bruine, insectenetende zangvogel met een gestreept verenkleed en een geelachtige borst die vooral in bomen leeft Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/boompieper
Wetenschappelijke naam: Anthus trivialis Aantal broedparen In Nederland: 35.000-45.000 (1998-2000) Biotoop: duinen met afwisselende struikvegetatie; in het binnenland langs bosranden en heidevelden Geluid: Boompieper Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10263