de boottocht zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: boot·tocht Verbuigingen: boottochten (meerv.) Verbuigingen: boottochtje (verkleinwoord) 1) een plezierreisje met de boot Voorbeeld: 'Wij hebben in Giethoorn een boottochtje gemaakt met een fluisterboot.' 2) een reis met de boot Voorbeelden: '- Toen mijn grootouders naa... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/boottocht