de boterham zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ ˈbotərhɑm ] Afbreekpatroon: bo·ter·ham Verbuigingen: boterhammen (meerv.) plakje brood Voorbeeld: 'boterhammen met kaas' een bruine boterham (snee volkorenbrood) droge boterham (boterham zonder beleg) een boterham met tevredenheid (snee brood zonder beleg) een aardige/goede boterham verdie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/boterham
snee brood vb: tussen de middag eet ik twee boterhammen een boterham met tevredenheid [brood zonder boter en beleg] een goede boterham verdienen [een baan hebben die goed betaalt] Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=boterham
1) enkele of dubbele snede brood, meestal voorzien van boter en/of broodbeleg 2) maaltijd waarbij men boterhammen eet; broodmaaltijd 3) iemands inkomen; iemands levensonderhoud Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/boterham