
bouwvak zelfst.naamw.
1) 《em》de bouwvak (m)《/em》: de tijd waarin bouwvakkers vakantie hebben 2) 《em》het bouwvak《/em》: een vak dat betrekking heeft tot bouwen Gevonden op
https://woorden.org/woord/bouwvak

1) Vakantieperiode 2) Vakantie voor de constructiesector 3) Vakantie van werknemers in de bouw
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Bouwvak/1

collectieve vakantie voor de bouwsector gedurende drie of vier weken in de zomermaanden; collectief zomerverlof voor de bouwsector; bouwvakantie het vak dat de bouw betreft; de bouw als vak beschouwd; geheel van beroepen binnen de bouwsector vak of vakgebied binnen de bouwsector; beroep binnen de bouwsector
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/bouwvak

Adviesdata voor de vakantieindeling Nederland 2013 Regio: Noord: 22 juli 2013 tot en met 9 augustus 2013 (dit is Week 30-32) Midden: 29 jul 2013 t-m 16 aug 2013 (dit is Week 31-33) Zuid: 15 jul 2013 t-m 2 aug 2013 (dit is Week 29-31) Welke provincies geldt de vakantie bouwvak? Noord Nederland Groningen- Drenthe- Friesland- Overijssel- Noord-Holland...
Gevonden op
https://bedrijfspand.com/vastgoed-begrip/bouwvak/

• [m] de tijd waarin bouwvakkers vakantie hebben. • [n] een vak dat betrekking heeft tot bouwen.
Gevonden op
https://nl.wiktionary.org/wiki/bouwvak
Geen exacte overeenkomst gevonden.