de metselaar zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'mɛtsəlar ] Afbreekpatroon: met·se·laar Verbuigingen: metselaars (meerv.) de metselaar - ster zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'mɛtsəlar - stər ] Afbreekpatroon: met·se·laar Verbuigingen: metselaarsters (meerv.) iemand die als beroep muren bouwt met bakstenen en specie Voorbeeld: 'Hij heeft zi...
1) Ambachtsman 2) Beroep 3) Beroep in de bouw 4) Bouwarbeider 5) Bouwvakarbeider 6) Bouwvakker 7) Duizendpoter 8) Handarbeider 9) Handwerksman 10) Iemand die in de bouw werkt 11) Metser 12) Stenenlegger 13) Vakman 14) Voeger 15) Werkman 1) Bouwvakarbeider 2) Duizendpoter 3) Raper 4) Voeger 
iem. die metselen als beroep uitoefent (toon de herkomst via de etymologiebank)
iemand die muren bouwt door stenen met specie op elkaar te stapelen vb: de metselaar heeft deze muur in een dag gebouwd
• [beroep] een bouwvakker gespecialiseerd in metselen.
iemand die metselen als beroep uitoefent
iem. die metselen als beroep uitoefent
Verwijst naar mensen die stenen snijden, kerven, behakken en leggen bij het construeren van een gebouw. In de middeleeuwen waren metselaars vakmensen met hoog aanzien. De term kan ook verwijzen naar een ieder die bouwt met steen of een soortgelijk materiaal, zoals baksteen, beton of kunststeen
De Metselaar zorgt ervoor dat stenen aan elkaar gemetseld en gevoegd worden. Bij elk project is hiervoor weer een andere aanpak nodig. Veel tijd wordt dan ook gestoken in het voorbereiden van het werk, vooral als de Metselaar alleen werkt. Men moet de plannen van de aannemer of klant eerst interpreteren, de fundering leggen en kijken hoe de stenen ...