
1. gekleurde lijnwaden uit Gudjarat [ook: breami, bremmi, bremmi-fimis]; 2. bij de Compagnie niet alleen de geleerde vedakenners, maar alle hindus die lezen en schrijven konden. Havart omschrijft bramine door: `schriftgeleerde of pandiet`, maar elders vertelt hij, evenals Stapel, dat bij het personeel van `s Compagnies lijnbaan te Palicol ook behoo...
Gevonden op
http://resources.huygens.knaw.nl/vocglossarium/
Let op: Spelling van 1858 Heidensche priesters, vereerders of aanbidders des Indischen Gods Brama.
Gevonden op
http://www.dbnl.org/tekst/weil004kuns01_01/
Geen exacte overeenkomst gevonden.