de bruidegom zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈbrœydəxɔm ] Afbreekpatroon: brui·de·gom Verbuigingen: bruidegoms (meerv.) man op zijn trouwdag Antoniem: bruid Synoniemen: bruid (antoniem) Intensiveringen Hoe kun je met bruidegom een ander begrip versterken? verheugd als een bruidegom ; 5 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/bruidegom
man op de dag van zijn huwelijk en in de periode dat hij in ondertrouw is; man op de dag van zijn bruiloft; man op de dag dat hij trouwt; man op zijn huwelijksdag Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/bruidegom