
buskaart zelfst.naamw. (de) Afbreekpatroon: bus·kaart Verbuigingen: buskaarten (meerv.) Verbuigingen: buskaartje (verkleinwoord)
1) vervoersbewijs voor de bus, tegenwoordig vervangen door de OV-chipkaart Voorbeeld: 'Een goed geplande huishouding begint met een maandbegroting. De planner vermeldt daarop al zijn maandelijkse inkomste...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/buskaart

1) Vervoersabonnement
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Buskaart/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.