vreten werkw. Uitspraak: [ 'vretə(n) ] Afbreekpatroon: vre·ten Vervoegingen: vrat (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gevreten (volt.deelw.) 1) eten Voorbeelden: 'In de natuur is het vreten of gevreten worden.' , 'opvreten' niet te vreten ((van voedsel) heel erg vies) 'Die pizza is niet te vreten!' Antoniem: lekker 2)... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/vreten