de buurtwinkel zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'byrtwɪŋkəl ] Afbreekpatroon: buurt·win·kel Verbuigingen: buurtwinkels (meerv.) winkel in een woonwijk of dorp voor je dagelijkse boodschappen Voorbeelden: 'Een gezellige buurtwinkel met veel verse producten.' , 'Buurtwinkels hebben het moeilijk door concurrentie van de supermarkten.' 3 de... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/buurtwinkel
winkel - meestal relatief klein van oppervlakte en met een beperkt assortiment - die zich richt op klanten uit de onmiddellijke buurt van zijn vestigingsplaats Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/buurtwinkel