de cantor zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: can·tor Verbuigingen: cantors (meerv.) voorzanger, leider van de zang in kerken Voorbeeld: 'het favoriete lied van de cantor bleef toch: "Volare ho ho cantare ho ho hoho"' . 4 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/cantor
1) iemand die uit hoofde van zijn functie de gemeente voorgaat in de zang in een kerk 2) man die voor zijn beroep bij een kerk zorgt voor de opleiding van het koor en voor de uitvoering en het ceremonieel van de kerkzang 3) iemand die uit hoofde van zijn functie de gemeente voorgaat bij een joodse eredienst in een synagoge; ch... Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/cantor
Etym: Lat. canere = zingen. - Zanger die in de Latijnse komedie soms het lyrisch gedeelte (zie canticum-1) voorzong, terwijl de inhoud door een acteur werd voorgedragen. Bij uitbreiding (voor)zanger van liederen in kerkelijke diensten. Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/dela012alge01_01/dela012alge01_01_04687.php