cashen werkw. Uitspraak: [ 'kɛʃə(n) ] Afbreekpatroon: ca·shen Vervoegingen: cashte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gecasht (volt.deelw.) geld in handen krijgen Voorbeelden: 'cashen na een week hard werken' , 'Als zij haar bedrijf verkoopt, kan ze flink cashen.' 3 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/cashen