chanteren werkw. Uitspraak: [ ʃɑnˈterə(n) ] Afbreekpatroon: chan·te·ren Vervoegingen: chanteerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gechanteerd (volt.deelw.) geld van iemand eisen in ruil voor het verzwijgen van iets slechts over die persoon Voorbeelden: 'iemand chanteren met naaktfoto's' , 'De politicus liet zich niet chanteren ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/chanteren
iemand iets afdwingen door ergens mee te dreigen vb: hij kreeg 10000 euro van de directeur door te chanteren met die foto Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=chanteren