de cineast zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ sine'jɑst ] Afbreekpatroon: ci·ne·ast Verbuigingen: cineasten (meerv.) de cineast - e zelfst.naamw. Uitspraak: [ sine'jɑst - ə ] Afbreekpatroon: ci·ne·ast Verbuigingen: cineasten (meerv.) iemand die films maakt Voorbeeld: 'De cineast kreeg een prijs voor zijn documentaires en speelfilms.' 
1) Maker van een film 2) Maker van films 3) Regisseur 4) Filmkunstenaar 5) Filmmaker 6) Filmoperateur 7) Filmregisseur 8) Beroep 9) Filmer 
iemand die films maakt en regisseert, voor zijn beroep of uit liefhebberij; filmmaker; filmregisseur
filmkunstenaar
filmmaker (toon de herkomst via de etymologiebank)
filmmaker
filmmaker Voorbeeld: De cineast had reeds vele prijzen ontvangen.
Personen die toezicht houden op alle fotografische aspecten in een televisie- of filmproject, met name de belichting. Ze zijn in het bijzonder belast met het bereiken van fotografische beelden en effecten die door de regisseur worden verlangd. Gebruik 'cameramensen' voor bedieners van film- of televisiecamera's