circa bijwoord Uitspraak: [ ˈsɪrka ] Afbreekpatroon: cir·ca bij benadering Voorbeeld: 'een groep van circa twintig personen' Synoniem: ongeveer Synoniemen: aan bij dichtbij naast nabij omstreeks ongeveer pakweg plusminus rond ruwweg zowat 
1) Ongeveer 2) Ruwweg 3) Om en bij 4) Bij benadering 5) Volgens schatting 6) Nagenoeg 7) Nabij 8) Naast 9) Plusminus 10) Plus-minus 11) Pakweg 12) Zo''n beetje 13) Zowat 14) Ongeveer de helft 15) Dichtbij 16) Om en nabij 17) Rond 18) Rond de 19) Vrijwel 20) Omslag 21) Omtrent 22) Omstreeks 
`Jeukwoord.` Synoniem: ongeveer
voorzetsel
(ca., cir., circ.) Ongeveer
naar schatting, niet precies vb: het feest begint om circa 11 uur Synoniemen: omstreeks ongeveer plusminus rond [3] Tegenstellingen: exact juist nauw precies stipt pal [2]
•ongeveer •omstreeks •rond, rondom •omstreeks •ongeveer
Circa (afgekort ca. ) betekent ongeveer. [basiswoordenlijst groep 7]