I nabij bijv.naamw.Uitspraak: [naˈbɛi] dichtbij in afstand of tijd Antoniem: ver in de nabije toekomst (binnenkort) II nabij voorzetselUitspraak: [naˈbɛi] in de buurt van Voorbeeld: `van nabij meemaken`Synoniem:&nb... Gevonden op http://www.woorden.org/woord/nabij
Let op: Spelling (deels) uit 1864: (B. NABY), [bijwoord] digt bij, niet verwijderd, niet ver af. ~GELEGEN, [bijvoegelijk naamwoord] ~HEID, v. [geen meervoud] korte afstand. ~KOMEND, [bijvoegelijk naamwoord] gelijkend, weinig verschillend, nog al overeenkomend. Gevonden op http://www.dbnl.org/tekst/cali003nieu01/cali003nieu01_0017.htm