ciseleren werkw. Afbreekpatroon: ci·se·le·ren Verbuigingen: ciseleerde Vervoegingen: geciseleerd (volt.deelw.) 1) heel fijne reliëfversieringen door insnijden en/of wegsteken in metalen voorwerpen maken 2) voedsel fijnsnijden . 11 definities...
1) Drijven (van metalen) 2) Figuren uitbeitelen 3) Fijnsnijden van kruiden en groenten 4) Keukenterm 5) Keukenterminologie 6) Metaalbewerken 7) Uitdrijven 8) Zeer fijn bewerken 
Let op: Spelling van 1858 ingraveren, steken, met de graveerstift of den beitel bewerken, zilver drijven; met bloemen versieren
versiering in metaal beitelen (toon de herkomst via de etymologiebank)
het met een speciale hamer en kleine ponsjes drijven van zilver in pek zodat er figuren in reliëf ontstaan, ook gebruikt voor het afwerken van gegoten delen.
fijne figuren aanbrengen (in metaal)
zie: beitelen
versiering in metaal beitelen
De laatste fase van het uitkloppen of egaliseren van een metalen voorwerp.
Inkerven van vlees, ,snipperen van groenten (uien en champignons) .
Insnijden om het gaar worden te bevorderen. Ook snel snijden met de punt van het mes los van de plank. http://www.kokswereld.nl/content-culinairwoordenboek.html
Inkerven van vlees, ,snipperen van groenten (uien en champignons) .Ciseleren is het in fijn reepjes snijden van (blad)groenten en kruiden. Leg hiervoor een aantal bladeren van groenten of kruiden op elkaar, rol ze op tot een sigaar en snij ze dan overlangs in zeer fijne reepjes. Het resultaat noemt men in de klassieke keuken ‘chiffonade’.
Insnijden om het garen te bevorderen of het krimpen tegen te gaan Het in hoge snelheid in plakjes snijden van oa champignons of komkommer