citeren werkw. Uitspraak: [ siˈterə(n) ] Afbreekpatroon: ci·te·ren Vervoegingen: citeerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geciteerd (volt.deelw.) een stukje tekst van een ander opnieuw opschrijven of voorlezen Voorbeelden: 'uit de krant citeren' , 'iemand citeren' Synoniemen: aanhalen noemen overnemen Intensiveringen Hoe ku... Gevonden op https://woorden.org/woord/citeren
in dit verband: in een audiovisuele productie herkenbaar verwijzen naar een reeds bestaand beeld- reeds bestaande beelden Gevonden op https://encyclo.nl/lokaal/10150