de citrusvrucht zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ 'sitrʏsfrʏxt ] Afbreekpatroon: ci·trus·vrucht Verbuigingen: citrusvruchten (meerv.) vrucht met aromatische schil en saprijk binnenste vol suikers, zuren en vitamine C culinair Voorbeelden: 'Elke dag citrusvruchten eten is gezond.' , 'Tot de citrusvruchten behoren bergamot, ... Gevonden op https://woorden.org/woord/citrusvrucht
'Citrusvruchten' zijn vruchten van bomen of struiken van het plantengeslacht 'Citrus'. De vrucht bestaat uit een aantal lagen. Gevonden op https://nl.wikipedia.org/wiki/Citrusvrucht
vlezige vrucht van Citrus-planten, bes-vrucht met bijzondere structuur (met albedo, flavedo, en opgezwollen endosperm-haren)
Gevonden op https://wisiwis.ugent.be/glossary.php