Let op: Spelling van 1858 coadjuteur, Fr., bijgeschikte en (bepaalde) navolger van eenen geestelijken vorst, aartsbisschop Gevonden op http://www.dbnl.org/tekst/weil004kuns01_01/
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Rooms Katholiek) adjunct, toegevoegd kerkelijk ambtenaar òf voor een tijd (coadjutor temporarius) òf blijvend (perpetuus), in dit laatste geval kan hij ook het recht van opvolging hebben (cum jure succedendi). Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0007.php