computeren werkw. Uitspraak: [ kɔmˈpjuterə(n) ] Afbreekpatroon: com·pu·te·ren Vervoegingen: computerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gecomputerd (volt.deelw.) werken of spelen aan je computer Voorbeeld: 'de hele dag zitten computeren' Zie ook: computer Gevonden op https://woorden.org/woord/computeren