consuminderen werkw. Uitspraak: [ kɔnzyˈmɪnderə(n) ] Afbreekpatroon: con·su·min·de·ren Vervoegingen: consuminderde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geconsuminderd (volt.deelw.) bewust minder producten kopen om het milieu te sparen Voorbeeld: 'Consuminderen is een reactie op het overdreven consumeren.' 
als consument minder consumptiegoederen gebruiken in plaats van steeds meer, om het milieu minder te belasten; minder consumeren
minder consumeren
Minder consumeren
Minder consumeren, genoegen nemen met minder welvaart.
minder consumeren (toon de herkomst via de etymologiebank)
'Consuminderen' is een neologisme dat aan het einde van de 20ste eeuw de zijn intrede deed in het Nederlands taalgebied en dat staat voor minder consumeren. De term is een porte-manteauwoord waarin de woorden 'consumeren' en 'minderen' (hoewel meren niet de betekenis heeft van vermeerderen) werd gecombineerd tot dit neologisme.
bewust minder producten kopen Voorbeeld: Een goede gewoonte is allemaal wat te consuminderen.