convoceren werkw. Uitspraak: [ kɔnvo'serə(n) ] Afbreekpatroon: con·vo·ce·ren Vervoegingen: convoceerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geconvoceerd (volt.deelw.) oproepen voor een vergadering of bijeenkomst formeel Voorbeeld: 'commissieleden convoceren voor een vergadering' Synoniemen: bijeenroepen samenroepen Gevonden op https://woorden.org/woord/convoceren
vennootschapsrecht: bijeenroeping van de algemene vergadering van aandeelhouders;omzendbrief waarmee alle leden worden opgeroepen ... Gevonden op https://juridischwoordenboek.nl?zoek=convoceren