de coureur zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ kuˈrɵ:r ] Afbreekpatroon: cou·reur Verbuigingen: coureurs (meerv.) iemand die wedstrijden rijdt met een fiets, motor of auto Voorbeeld: 'autocoureur' Synoniemen: renner wielrenner Gevonden op https://woorden.org/woord/coureur