ijdel bijv.naamw. Uitspraak: [ ˈɛidəl ] Afbreekpatroon: ij·del 1) als je jezelf heel goed en mooi vindt Voorbeelden: 'Hij is heel ijdel en geniet ervan op de televisie te komen.' , 'Kaal worden is moeilijk voor een ijdele man.' Synoniem: pronkzuchtig ijdele kwast (ijdel persoon) 2) als iets geen goed einde kan hebbe...
1) Nutteloos 2) Zwak 3) Onterecht 4) Onnut 5) Ongevuld 6) Narcistisch 7) Gevoelig voor vlijerij 8) Koket 9) Er altijd mooi uit willen zien 10) Vruchtloos 11) Vruchteloos 12) Vroom 13) Werelds 14) Zinloos 15) Rijp 16) Zelfgenoegzaam 17) Zelfingenomen 18) Tevergeefs 19) Zelfvoldaan 20) Hoogmoedig 21) Hol 
1.ledig, niet vol Voorbeeld: ‘Ze had een ijdele, blauwgestreepte baalzak op heur schouders’ Voorbeeld: ‘Zwane keek verwonderd op zijn ijdele handen’
vergeefs - Jaar van herkomst: 901-1000 (WPS )
zinloos; pronkzuchtig (toon de herkomst via de etymologiebank)
wie zichzelf bewondert en-of door anderen bewonderd wil worden vb: hij is zo ijdel: hij staat uren voor de spiegel
•vol van zelfbewondering, een te hoge dunk hebbend van het eigen voorkomen en-of de eigen bekwaamheden. (+audio)
[I] vergeefs; (verouderd) louter, slechts [II] verwaand