dagvaarden werkw. Uitspraak: [ 'dɑxfardə(n) ] Afbreekpatroon: dag·vaar·den Vervoegingen: dagvaardde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gedagvaard (volt.deelw.) (iemand) officieel oproepen om voor een gerecht te verschijnen Voorbeeld: 'Schakel maar een advocaat als je voor de rechtbank gedagvaard wordt.' Synoniem: dagen (2) Synoniem... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/dagvaarden
. Het oproepen van een gedaagde (c), verdachte (s), getuige of deskundige om voor de rechter te verschijnen. In civielrechtelijke zaken wordt de dagvaarding door de deurwaarder uitgebracht, in strafzaken dagvaardt de officier van justitie.
Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10871