
met dankbaarheid, dankbaar, met dank gepaard gaande, van dank getuigend (WNT) - Voorbeeld: ‘
Ze was beschaamd om haar eigen flauwhertigheid en ze weende van dankelijke vreugde en voldoening’ - Voorbeeld: ‘
Haastig stopte zij het papier op hare borst en keek Max dankelijk na, hem toelachend telkens hij, in 't voortgaan, omkeek’
Gevonden op
https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0007.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.