demonstreren werkw. Uitspraak: [ demɔnˈstrerə(n) ] Afbreekpatroon: de·mon·stre·ren Vervoegingen: demonstreerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gedemonstreerd (volt.deelw.) 1) laten zien hoe iets gaat of werkt Voorbeelden: 'een nieuwe auto demonstreren' , 'demonstreren hoe je het kinderzitje vastzet en weer losmaakt' Gevonden op https://www.woorden.org/woord/demonstreren