denatureren werkw. Uitspraak: [ denaty'rerə(n) ] Afbreekpatroon: de·na·tu·re·ren Vervoegingen: denatureerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gedenatureerd (volt.deelw.) 1) (voedsel) ongeschikt maken voor consumptie Voorbeeld: 'gedenatureerde alcohol' 2) zorgen dat (een eiwit) zijn structuur en daardoor zijn e...
1) Ontaarden 2) Verbasteren 
Let op: Spelling van 1858 van natuur doen veranderen
onbruikbaar maken voor consumptie (toon de herkomst via de etymologiebank)
onbruikbaar maken voor consumptie
(van eiwit) Proces waarbij het eiwit uitvlokt doordat de tertiaire structuur wordt verbroken.