denigrerend bijv.naamw. Uitspraak: [ deni'xrerənt ] Afbreekpatroon: de·ni·gre·rend zo dat je laat merken dat je iemand onbelangrijk en waardeloos vindt Voorbeelden: 'denigrerende en bagatelliserende reacties' , 'Ik vind een verplicht percentage voor vrouwen in hoge posities denigrerend.' Synoniemen: : minachtend, laatdunkend Synoniemen:...
1) Kleinerend 2) Minachtend 3) Neerbuigend 
kleinerend, minachtend Voorbeeld: Hij sprak nogal denigrerend over de inspanningen van de anderen.