het hok zelfst.naamw. Uitspraak: [ hɔk ] Verbuigingen: hokken (meerv.) kleine ruimte om dieren in op te sluiten of om dingen in te bewaren Voorbeelden: 'konijnen in een hok in de tuin hebben' , 'kippenhok' , 'fietsenhok' , 'berghok' Synoniemen: berghok dierenverblijfplaats hokje hut hutje kot Spreekwoorden en zegswijzen • Getelde scha... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/hok
ruimte waarin je dingen opbergt, of waar je dieren houdt vb: hij timmerde een hok voor de konijnen mensen in een hokje plaatsen [een vooroordeel hebben over hoe ze zijn] Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=hok
Het aantal holle ruimtes (hokken) waarin een vruchtbeginsel is opgedeeld door tussenschotten. (Eenhokkig = zonder tussenschotten). Alternatieven: hokken hokje hokjes 1- hokkig 2- hokkig 5- hokkig eenhokkig eenhokkige tweehokkig tweehokkige driehokkige driehokkig vijfhokkig vijfhokkige meerhokkig Gevonden op http://www.soortenbank.nl/soorten.php?soortengroep=flora_nl&selected=defini