deporteren werkw. Uitspraak: [ depɔr'terə(n) ] Afbreekpatroon: de·por·te·ren Vervoegingen: deporteerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gedeporteerd (volt.deelw.) (mensen) gedwongen wegvoeren naar een plaats die ze niet willen Voorbeeld: 'politieke dissidenten deporteren naar een strafkamp' Synoniemen: uitzetten 4 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/deporteren
Verrichting waarbij een belegger een baissepositie doorschuift naar de volgende quinzaine, speculerend op een verdere koersdaling Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10353