dicteren werkw. Uitspraak: [ dɪkˈterə(n) ] Afbreekpatroon: dic·te·ren Vervoegingen: dicteerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gedicteerd (volt.deelw.) 1) zeggen wat een ander moet opschrijven Voorbeeld: 'De directeur dicteert wat zijn secretaresse moet opschrijven.' 2) bepalen wat een ander moet doen Vo... Gevonden op https://woorden.org/woord/dicteren
1) In de pen geven 2) Opleggen 3) Opgeven 4) Opdragen 5) Voorzeggen ter naschrijving 6) Onderwijzen 7) Gebieden 8) Ingeven 9) Voorzeggen om op te laten schrijven 10) Voorlezen ter naschrijving 11) Voorzeggen 12) Voorschrijven 13) Dwingend voorschrijven 14) Tekst voorlezen 15) Het rijk alleen hebben Gevonden op https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Dicteren/1