dienen werkw. Uitspraak: [ ˈdinə(n) ] Afbreekpatroon: die·nen Vervoegingen: diende (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gediend (volt.deelw.) 1) bedoeld zijn (voor) Voorbeeld: 'Ramen dienen om lucht en licht binnen te laten.' Synoniem: strekken tot 2) soldaat zijn defensie Voorbeelden: 'Hij heeft t...
1) Vereren 2) Fungeren 3) Soldaat zijn 4) Bijdragen 5) Bij de heilige dienst helpen 6) In dienst zijn 7) In dienst stellen van 8) In dienst 9) Behulpzaam zijn 10) Bevorderen 11) Militair zijn 12) Behoren onderdanig te zijn 13) Toezien 14) Opdienen 15) Bruikbaar zijn 16) Behoren moeten 17) Behoren 18) Van dienst zijn 
1.dekken, bespringen, bevruchten Voorbeeld: ‘Karel (= de bok) die het geitje gewaar werd, wipte er op en diende Mietje, dat daar aan de boom gebonden, de kop gebogen stil stond zonder ommezien’ 2.zie ook: GEDIEND
geschikt of dienstig zijn, functie vervullen - Jaar van herkomst: 901-1000 (WPS )
Alkenen met 2 dubbele bindingen.
verplicht zijn vb: je dient dat netjes te doen Synoniemen: moeten zullen Tegenstelling: mogen
•"iemand ~": een ander persoon het naar de zin maken •"~ voor": van nut zijn (+audio)
geschikt of dienstig zijn, functie vervullen
Dienen is in dienst zijn van; fungeren als. [basiswoordenlijst groep 6]